De opdrachtgever had al enige jaren een groot stuk grond in bezit waarop hij zijn eigen woning wilde realiseren. Het bestemmingsplan schreef echter een bebouwbaar oppervlak voor dat aansluitend was aan de aanwezige lintbebouwing. Door een smalle diepe woning te ontwerpen op de rechter bebouwingsgrens en tevens gebruik te maken van een grondkerende tuinmuur lijkt de woning optisch iets meer naar het midden van de kavel te verschuiven en zich meer vrijstaand te manifesteren dan de woningen in de rest van de straat. Door de woning naar achteren te verschuiven is de beganegrondvloer 1,2 meter hoger komen te liggen dan de straat. Een luie buitentrap langs de linkergevel en een hogere garage vangen het
niveauverschil bouwkundig op. De ingang is benadrukt middels een insnede in het gehele bouwvolume. Aan de tuinzijde is wederom een insnede in het bouwvolume ter plaatse van de entree, maar hier is het laatste gedeelte echter
uitgevoerd in een glazen gevel. De woonkamer is dus via de vernauwing verbonden met de keuken en via een vide met de verdieping. Aan de voorkant biedt een groot raam in de slaapkamer uitzicht over een mooi stukje Limburg.
|
