De locatie is gesitueerd op een heuvel van het Caumerbeekdal en wordt
aan een zijde begrenst door een 30'er jaren nieuwbouwwijk en aan de
andere zijde door een groepering van bomen. Er is gekozen om het
woonprogramma op te knippen in twee kleinschalige urbanvillas van 13 en
11
woningen. Zo kan de bebouwing beter worden ingepast in het glooiende
perceel. Tevens blijft het contact tussen wijk en
het achterliggende groengebiedje instand gehouden. Verder zijn parkeren
en de bergingen onder het gebouw voorzien in een souterrainniveau om
een kleinere de "voetafdruk" van de gebouwen te maken en daarmee de
verharding op het perceel te minimaliseren.
Voor de urbanvillas is een concept bedacht waarbij het aantal
appartement per laag afneemt. Deze piramide achtige opbouw van de
bouwblokken geeft een aantal voordelen. Ten eerste maakt men van de
buitenruimten een dakterras, in plaats van een loggia of balkon. Ten
tweede garandeerd deze opbouw vanuit ooghoogte gezien perspectivisch
voordeel. Ten derde is de slagschaduwwerking minder en zal de
zuidelijke urbanvilla in noordzuid richting bijna geen hinder geven. Ten
vierde een optimale daglichttoetreding tot de ruimtes die grenzen aan
het terras en vice versa optimaal visueel contact met de lucht.
|