De opgave vraagt om een natuurlijk gemis
te corrigeren. De implantatie van een conceptuele rots vult het gemis
van het karakteristieke vlakke landschap op een vervreemdende wijze aan.
Het beoogde panoramische uitzicht wordt verkregen door een beklimming
van de uitkijktoren. Juist de ervaring van deze beklimming maakt het
uiteindelijke doel tot een hoogtepunt. Daarom is de tocht naar de top
als uitgangspunt gekozen voor het ontwerp.
Deze uitkijktoren maakt het mogelijk om
op een gecultiveerde wijze als ook in de meest letterlijke zin beklommen
te worden. De meest toegankelijke manier om de top te bereiken is het
nemen van de trap. Deze trap is op dusdanige wijze vormgegeven dat hij
in poëtische gezien kan worden als een meanderend bergpad dat zich als
een parasiet nestelt in en aan de rotswand. De ‘klimmer’ is getuige van
een enerverende klimtocht die zich manifesteert als een sequentie van
binnen- en buitenruimtes. De verscheidenheid aan ruimtelijke ervaringen
versterken het gevoel van een geënsceneerde filmische belevenis.
Als letterlijke vertaling van de
beklimming kan het ontwerp gebruikt worden als klimwand. Deze
ongecultiveerde beklimming geeft een extra programmatische dimensie aan
het project. Als ‘hoogtepunt’ worden beide beklimmers beloond met een
fantastisch overzicht van de omgeving.
De materialen zijn hoofdzakelijk beton en
hout. De ruwe eigenschappen van het beton worden ingezet om de
rotsachtige beleving te versterken die tevens de sportieve beklimming
vormgeeft. De meer aangename binnenbekleding wordt in hout uitgevoerd en
materialiseert de toegankelijkere tocht. Het oneffen oppervlak van de
klimwand wordt met behulp van een staalconstructie gemaakt, waartegen
fermacell platen worden bevestigd. Als afwerking wordt gebruik gemaakt
van spuitbeton dan wel hout.
|